Minizeboekoeien hebben een sterk moederinstinct en zijn perfecte moeders. Het is mooi om zien hoe intens de band tussen koe en kalfje is. Alleen al om die reden raadt ik het aan om het kalfje bij de moeder te laten zogen. Het is tevens de veiligste manier om het kalfje groot te brengen. De melk van de moederkoe is volledig aangepast aan haar eigen kalfje. Naarmate het kalfje ouder wordt, verandert de samenstelling van de melk, de hoeveelheid en het aantal zoogbeurten. Dit is bij het opkweken met de fles niet simpel om te evenaren.
Bij sterfte van de moederkoe tijdens of kort na de geboorte of wanneer de koe niet in staat is zelf melk te geven of het kalfje te zwak is om recht te staan en te zuigen aan de uier, ben je natuurlijk genoodzaakt om het kalfje de fles te geven. Een andere reden waarom minizeboes vaak met de fles opgekweekt worden is omdat fleskalfjes meestal tammere dieren worden die gemakkelijk hanteerbaar zijn en waaraan je veel plezier beleeft. Dit is dan ook het enige voordeel aan het flesvoeden, want het is een zeer intensieve bezigheid en er zijn heel wat risico’s aan verbonden. Bij het flesvoeden moet het natuurlijk zoogproces zo goed mogelijk nagebootst worden. Juist hier loopt het vaak fout, zeker bij beginners. Het meest voorkomende probleem bij fleskalveren is zware diarree met soms een fatale afloop. Ik raad elke beginner aan om eerst enkele keren langs te gaan bij een rundveehouder die ervaring heeft met fleskalfjes. En als je dan toch beslist om een kalfje de fles te geven, stel dan samen met jouw veearts een voedingsschema op voor je kalfje.
Hieronder vind je enkele tips voor het opvoeden van minizeboekalfjes met de fles. Dit zijn slechts richtlijnen. Blijf in contact met uw lokale veearts en raadpleeg hem tijdig!
Een winterkalfje dat door de moederkoe opgekweekt wordt, trotseert de winterkou zonder problemen. In de moedermelk zitten voldoende afweerstoffen en de koe produceert enige warmte voor het kalf. Pasgeboren kalfjes met moeder moeten wel tochtvrij en droog opgehokt worden in de winterperiode.
Daarentegen, een winterkalfje van het zeboeras dat met de fles grootgebracht wordt, zal moeite hebben om te overleven zonder extra warmtegift. Ik persoonlijk kies er voor om winterkalfjes bij de koe te laten zogen. Maar in geval van sterfte of ziekte van de moeder ben je genoodzaakt het kalfje de fles te geven. In de stal maak je dan een kleine box van maximaal 2m² met pakken stro. Boven de box brandt dag en nacht een sterke warmtelamp. Het kalfje binnenshuis opkweken is een andere mogelijkheid. Na 8 weken kan de warmtegift geleidelijk afgebouwd worden. Kalfjes die in de zomer geboren worden en die je met de fles wil opkweken, hebben geen extra warmtegift nodig.
Het is van levensbelang dat een kalfje zoveel mogelijk biestmelk (= colostrum) drinkt binnen de eerste 12 uren na de geboorte (minstens 0,5 liter). Op dag 1 en dag 2 krijgt een kalfje enkel biestmelk. Vanaf dag 3 gaat de biestmelk over in gewone melk. Biestmelk brengt de spijsvertering van het kalfje op gang en zit vol afweerstoffen. Zonder biestmelk zal het kalfje snel ziek worden en het moeilijk hebben om te overleven. Als je het kalfje bij de moeder laat zogen, hou het dan in de gaten dat het binnen het uur na de geboorte recht staat en de zoektocht naar de uier start. Indien nodig, kun je het kalfje hierbij wat helpen. Maar meestal verloopt dit probleemloos. Een minizeboekoe heeft een sterk moederinstinct en helpt het kalfje overeind te komen en de uier te vinden.
Als je toch beslist het kalfje de fles te geven, neem je het kalfje best onmiddellijk na de geboorte weg van de moeder. Want eenmaal het kalfje van de uier heeft gedronken verloopt de overgang naar de fles soms moeilijk. De biestmelk komt best van de eigen moeder omdat die specifieke antistoffen bevat tegen ziektekiemen waaraan de moeder en dus ook het kalfje in hun omgeving worden blootgesteld. Daarom geef ik fleskalfjes indien mogelijk 2 dagen biestmelk van zijn moeder en schakel dan over op poedermelk of onbewerkte verse melk van andere koeien. Ik melk de moeder en geef de afgetapte biest rechtstreeks aan het kalfje met een papfles voor schapenlammetjes. Als je na het aftappen van de biest de koe niet meer melkt (na 2 dagen dus), zal de melkproduktie bij de koe vanzelf stoppen en zal de gezwollen uier geleidelijk aan wegtrekken. Je geeft de moederkoe dan enkele dagen een voedingsarm dieet van wat hooi en houdt ze weg van krachtvoeders en vers gras. Is het geven van biestmelk van de eigen moeder toch niet mogelijk omdat de moederkoe gestorven is of niet in staat is melk te geven; haal dan verse of diepgevroren biestmelk bij een rundveehouder uit de buurt. Warm de biestmelk langzaam op tot 40°C in een waterbad (Au Bain Marie) van 45°C. Nooit biestmelk opwarmen in de microgolfoven of een te warm waterbad omdat zijn kracht dan verloren gaat.
De eerste twee levensdagen is biestmelk levensnoodzakelijk voor het kalf. Daarna schakel je over op een poedermelk voor kalfjes. Ga te rade bij de veearts of de plaatselijke rundveehouder voor een goed poedermelk. Poedermelk voor kalfjes is enkel verkrijgbaar in zakken van 25kg en is niet goedkoop. Je kan ook kiezen om dagelijks verse koemelk te halen bij de boer en je kalfje daarmee opkweken. Het uiteindelijke prijsverschil is nihil en de kwaliteit is evenwaardig. Het nadeel van verse melk is dat je er elke dag moet omgaan bij de melkboer. Het nadeel van poedermelk is dat de bereiding ervan zeer nauwkeurig moet gebeuren, zodat het kalfje geen voedingsdiarree krijgt. Geef nooit bewerkte melk die bestemd is voor menselijke consumptie. Daar zitten veel te weinig vetten in voor het kalfje.
Aangezien elk merk van poedermelk anders is, moet je de op te lossen hoeveelheden op het etiket volgen. Wees correct... maak het mengsel nooit dikker dan vermeld op de verpakking, om diarree te voorkomen. Neem ongeveer de helft van de nodige hoeveelheid water en warm dit op tot 45 à 50°C, zodat de vetten hierin kunnen oplossen en opneembaar zijn voor het kalfje. Zorg ervoor dat het water ook niet te warm is, want dan gaan de eiwitten stollen. Meng geleidelijk de nodige hoeveelheid melkpoeder met het lauw water door stevig te kloppen, zodat er geen klonters ontstaan. Vul verder aan met koud water tot de hoeveelheid te bereiden melk bereikt is. Geef de melk aan het kalfje op een temperatuur van 40°C. Geef de melk bij voorkeur met een papfles (met kleine speen voor lammetjes). De melk is vers en warm voor het kalfje en je hebt optimaal contact met het diertje, wat met een melkbar of zoogemmer niet het geval is. Reeds bereide melk mag je maximaal 24 uren in de koelkast bewaren. Heropwarmen doe je Au Bain Marie en niet in de microgolf.
In regel is de dagelijkse (biest)melkbehoefte van een kalfje 10% van het lichaamsgewicht, zolang het geen vaste voeding opneemt. Overschrijd de dagelijks melkbehoefte van 10% van het lichaamsgewicht niet, want een voedingsdiarree is moeilijk terug onder controle te krijgen. Het is dus nodig om het lichaamsgewicht van het kalfje op te volgen en de melkgift hieraan aan te passen. De dagelijkse hoeveelheid melk (of biestmelk) moet verdeeld worden over meerdere voedingsbeurten. In onderstaand voedingsschema zie je de dagelijkse melkgift:
Bvb: een gemiddeld zeboekalfje met een geboortegewicht van 10kg krijgt op dag 1 en dag 2 vier voederbeurten van telkens 250ml biestmelk.
Zoals je ziet is het kunstmatig opkweken van een minizeboekalfje een zeer intensieve bezigheid; vooral de eerste twee weken. Onderschat dit niet en bezin voor je begint!
In sommige gevallen heeft diarree een bacteriële oorsprong, die met antibioticum moet verholpen worden. Maar bij fleskalveren gaat het meestal om voedingsdiarree. De oorzaak is vaak een verkeerd voedingsschema (te veel melkgift of te weinig tijd tussen 2 melkgiften in) of een slechte kwaliteit van de melk (te vet gemaakt of te warm of te koud gegeven). Raadpleeg onmiddellijk de dierenarts, want snel ingrijpen is noodzakelijk. Als de diarree te lang aanhoudt is het moeilijk om hem nog onder controle te krijgen en verzwakt het kalfje zeer snel, vaak met dodelijke afloop.
Bij voedingsdiarree zal de veearts de melk tijdelijk vervangen door een vezelrijke oplossing (Metamucil of equivalent), aangevuld met elektrolyten om uitdroging en verdere uitputting te voorkomen. Het aantal voederbeurten zal opgedreven worden, maar kleinere hoeveelheden per beurt. Zo worden de darmen minder belast en krijgen ze de kans zich te herstellen. De overgang naar melk zal terug zeer geleidelijk moeten gebeuren.
Zorg ervoor dat het kalfje steeds over een drinkemmer met vers water beschikt. Bij diarree kun je zelfs een beetje elektrolyten toevoegen aan het drinkwater om uitdroging te voorkomen.
Voorzie vanaf de leeftijd van 2 weken reeds een bakje met vers krachtvoer voor kalfjes. De opname zal nog zeer gering zijn, maar het is belangrijk dat het kalfje vlug went aan dit soort voedsel om het spenen gemakkelijker te laten verlopen.
Een groot nadeel van een fleskalfje is dat het geen moeder heeft om te kunnen nabootsen. In de natuur leert de moederkoe het kalfje gras en hooi eten. Hoe vroeger het kalfje gras en hooi eet, hoe vlugger het vezels binnen krijgt en hoe geringer de kans op diarree. Voorzie dus altijd een beetje hooi of gras, waaraan het kalfje wat kan snuffelen. Vanaf de leeftijd van 2 weken gaat het spelenderwijs leren hooi of gras eten.
Een gezond fleskalfje die reeds voldoende vaste voeding opneemt, mag gespeend worden op de leeftijd van 12 à 14 weken. Bij een fleskalfje die in de winter opgekweekt wordt, speen je best enkele weken later omdat de opname van vast voedsel meestal ook trager aangeleerd wordt doordat het kalfje niet beschikt over mals weidegras. Het spenen doe je nooit bruusk, maar je bouwt geleidelijk af. Als het kalfje tijdens de speenperiode heel nerveus wordt en veel gaat loeien, kun je een flesje lauw water geven op de momenten dat het voorheen een melkfles kreeg. Dit vergemakkelijkt de overgang.
Na de geboorte eerst moedermelk
Kalfje afzonderen en warmte geven
12 tot 14 weken flesvoeding
Socialisatie is een zeer belangrijk aspect bij opvoeding van fleskalfjes. Het aanraken van het kalfje en er tegen praten is heel erg belangrijk. Minizeboes zijn zeer sociale dieren die nood hebben aan een dagelijkse portie affectie. Een fleskalfje dat afgezonderd is van zijn soortgenoten moet die affectie en liefde van de kweker zelf ontvangen.
Zeboerundjes gaan al op vroege leeftijd duw- en vechtspelletjes uitproberen. Op die manier gaan de kalfjes spelenderwijs hun krachten opbouwen en leren ze hoe ze zich later moeten verdedigen en zich meten met soortgenoten. Als mens mag nooit mee doen aan zo’n spelletjes en nooit toelaten dat het kalfje je duwt met zijn hoofd. Als het kalfje nog klein is, is dit grappig en leuk, maar eenmaal het een volwassen rund is van 150kg met scherpe horens, vormt dit een waar gevaar voor jou. Geef uw kalfje dus voldoende aandacht, maar weet ook wanneer je best afstand houdt. Dan zal het uitgroeien tot een ideaal en betrouwbaar huisdier.