Welk onderdak moet je een minizeboe bieden?

Zoals alle andere leden van de zeboe-familie zijn ook dwergzeboes afkomstig uit tropische gebieden, waar temperatuur en luchtvochtigheid hoog kunnen oplopen. Doordat zeboes meer zweetklieren hebben dan onze Europese runderen, zijn ze bijzonder aangepast aan zo'n extreem klimaat. Het valt dan ook op dat dwergzeboes in België of Nederland, zich het best voelen op een superhete zomerdag. Wanneer de melkkoeien van mijn buurman vluchten in de schaduw van een boom, gaan onze dwergzeboes genietend in de verschroeiende middagzon liggen. Maar wat tijdens de wintermaanden? Als ze over een goede huisvesting beschikken, hebben dwergzeboes geen moeite om in ons klimaat de winter door te brengen. Dwergzeboes zorgen zelf voor een wintervacht, maar een degelijk schuilhok is toch zeer belangrijk.

Stal

Een loopstal, waar de dieren ten allen tijde gebruik van kunnen maken, is noodzakelijk. Omdat dwergzeboes bij de minste neerslag of wind de stal gaan opzoeken of bij extreem slecht weer er soms enkele dagen in opgesloten worden, is wat ruimte zeker gewenst. Wij rekenen minstens 6m² per dier, zodat ze voldoende kunnen bewegen. Het is zeer handig een extra stalruimte te hebben of een gedeelte van de stal te kunnen afsluiten om zieke dieren, hoogzwangere koeien of kalveren te kunnen afzonderen van de kudde. Wanneer een dier alleen opgehokt wordt, is wat meer ruimte dan 6m² geen overbodige luxe.

Uit welke materialen de stal is opgebouwd, is niet belangrijk, als het maar droog en tochtvrij is. Daarom is het aangewezen om de ingang van de stal naar het noordoosten, oosten of zuidoosten te richten, zodat slagregen en wind, die meestal uit het westen en zuidwesten komen, niet in de stal waaien.

De stal moet regelmatig worden schoongemaakt en er moet steeds voldoende vers strooisel inliggen. Meestal wordt vers tarwestro gebruikt, maar ook houtschilfers en vlaslemen bieden voldoende warmte en houden de ligruimte van de dieren droog. Vaak worden runderen op stalroosters gehouden, maar omdat dwergzeboes zeer kleine hoefjes hebben, is de kans op klauwproblemen hier groter. En als je ziet hoe zeboes genieten van een warm en droog bedje strooisel, zijn stalroosters eigenlijk geen optie.

In de stal voorzie je een hooiruif, zodat het voederhooi nooit op de stalgrond terecht komt. Dwergzeboes zijn nogal kieskeurig en laten bevuild hooi liggen. De onderkant van de hooiruif hang je maximaal 70cm van de grond verwijderd, zodat de kalveren er ook aankunnen. Een eetbak voor krachtvoer hang je op maximaal 50 cm van de grond en moet voldoende groot zijn, want anders gaat het meest dominante dier er met alle voeder vandoor. Beter nog is per dier een afzonderlijke voederbak met voldoende tussenafstand voorzien. Een drinkbak mag zeker niet vergeten worden, want koeien moeten ten allen tijde kunnen drinken, ook als je ze 's nachts in de stal opsluit. Hier weerom rekening houden met de kalfjes en de drinkbak maximaal 40cm hoog hangen.

Weide

Omdat dwergzeboes heel actieve rundjes zijn en gras bovenaan hun voedingslijstje staat, is een ruime weide zeer belangrijk. Hoe ruim de weide moet zijn is afhankelijk van hoeveel de dieren bijgevoederd worden. Om diervriendelijk dwergzeboes te houden, voorzie je minstens 600m² per volwassen dier. Vanaf 1000m² per dier moet tijdens het zomerseizoen niet meer bijgevoederd worden.

Vaak zijn dwergzeboes bedreven uitbrekers. Onze oudste koe, Patsy, is een specialist in het openen van poortslotjes. Voorzie de weide dus van een degelijke afrastering en goed sluitende poort. Indien enkel een gaasafrastering gebruikt wordt, zullen de rundjes er zich tegen gaan schuren en de afrastering vernielen. Daarom is het beter om steeds schrikdraad te voorzien. Ook kan prikkeldraad gebruikt worden, maar dan moeten de draden dicht bij elkaar gehangen worden, zodat de zeboetjes er niet tussendoor kruipen. Bomen die in de weide staan, worden best beschermd tegen schorsvraat.

Klauwproblemen voorkomen

Net zoals de nagels van de mens, groeien de klauwen bij minizeboes voortdurend. In natuurlijke omstandigheden slijten de klauwen af op rotsen en stenige ondergrond. Als minizeboes in gevangenschap niet beschikken over een stuk ruwe, harde ondergrond, zullen de dieren twee maal per jaar bekapt moeten worden. Indien dit niet gebeurt gaan de klauwen te lang uitgroeien en lopen de dieren ‘op hakken’, wat uiterst ongezond is voor de beengewrichten. Je kan dus best een stuk beton of asfalt voorzien op plaatsen waar de zeboe’s veel vertoeven, bvb aan de ingang van de stal of waar de dieren drinken. Hierdoor blijven de klauwen gezond en bespaar je uw zeboes van de stress die het bekappen teweegbrengt.

De huisvesting De huisvesting De huisvesting De huisvesting